Dos
Kampvuur cannoli met ricottavulling en chocolade

INGREDIËNTEN (4 personen):

Voor het deeg:

  • ½ el gedroogde gist
  • 130 ml lauwwarm water
  • 130 ml volle melk
  • 110 g gesmolten boter
  • 4 eidooiers
  • Merg van 1 vanillestokje
  • 1 tl zout
  • 100 g kristalsuiker
  • 375 g bloem, plus extra voor bestuiven

Voor de vulling:

  • 500 g ricotta
  • 75 g suiker
  • 50 g pure chocolade, grof gehakt

Garnering:

  • Fijngehakte sinaasappelschillen
  • 2 el poedersuiker

Om de ricottavulling te maken, roer je de ricotta los met een vork en meng je de suiker en grofgehakte pure chocolade erdoor. Zet dit mengsel in de koelkast, zodat de vulling kan opstijven.

Voor het deeg los je de gist op in lauwwarm water en laat je het 5 minuten staan. Voeg vervolgens de melk, gesmolten boter, eidooiers, vanillemerg, zout en kristalsuiker toe. Meng alles goed door elkaar en voeg dan de bloem toe. Kneed het deeg tot het soepel is. Als het te plakkerig blijft, voeg je wat extra bloem toe. Dek de kom af met een vochtige doek en laat het deeg 1½ tot 2 uur rijzen, tot het in volume is verdubbeld.

Terwijl het deeg rijst, maak je een kampvuur. Zodra het deeg klaar is, sla je het terug om het compacter te maken. Bestuif een werkblad met bloem en rol het deeg uit tot een rechthoek van ongeveer 7 mm dik. Snijd het in vier lange repen en wikkel deze om het uiteinde van een stok. Rooster de deegrepen boven het kampvuur door ze regelmatig te draaien. Bak ze in 8-10 minuten goudbruin en knapperig. Het brood is klaar als het makkelijk van de stok loskomt.

Haal de ricottavulling uit de koelkast en vul een spuitzak ermee. Vul de afgekoelde broodrolletjes met het ricottamengsel. Garneer de cannoli met fijngehakte sinaasappelschillen en bestrooi ze met poedersuiker. Zo krijg je een heerlijk zoet dessert om rond het vuur van te genieten.

Kampvuur cannoli met ricottavulling en chocolade